Valse duurzaamheid

In een wereld waarin duurzaamheid steeds hoger op de agenda staat, is het triest om te zien dat sommige producenten misbruik maken van het groeiende milieubewustzijn. Er zijn zorgen geuit dat, ondanks claims van ‘groene’ en ‘duurzame’ producten, niet alle producenten daadwerkelijk gerecyclede materialen gebruiken. In plaats daarvan kiezen sommigen ervoor om nieuw materiaal te gebruiken. Met name in de PET-vilt industrie is dit een bekend fenomeen aan het worden.

Wat maakt duurzaamheid duur?

De reden daarvoor is relatief simpel: het verwerken van afvalstromen is arbeidsintensiever en draagt hogere kosten. Zaken als opslag van afvalmateriaal, verwerken tot werkbare vezels, hogere energiebelasting voor gebruikte materialen en de kosten voor reinigen en verwerking zijn groter dan bij “virgin materials”. Met name de import van Chinees akoestische PET-vilt is gevoelig voor het gebruik van nieuwe grondstoffen. Het is echter een utopie om viltpanelen uit Europa te halen: alle grote merken werken samen met Chinese partijen om vilt te produceren. Waar het wel van belang is, en dat zit bij grote merken beter in processen verwerkt, controle op de bron van het vilt.

Certificeringen

De duurzame producenten werken met keuringen en certificeringen. Door gerecyclede materialen te gebruiken, zoals in het “upcyclen” van afvalstromen, verminderen we niet alleen de afvalstromen. Ze stimuleren een circulaire economie en verminderen het gebruik van nieuwe grondstoffen. Hoe meer hergebruik van materialen, hoe beter het is.

In de wirwar van ‘groene’ producten is het essentieel dat gebruikers kunnen verifiëren welke producten daadwerkelijk duurzaam zijn. Gelukkig zijn er diverse betrouwbare keurmerken die helpen de authenticiteit van duurzaamheidsclaims te bevestigen. Het Global Recycled Standard (GRS) en het Recycled Claim Standard (RCS) zijn twee prominente voorbeelden die de keten van bewaring van gerecyclede materialen controleren. Andere certificaten, zoals het EU Ecolabel en Cradle to Cradle Certified™, kijken naar een breder scala van milieuprestaties. Door op zoek te gaan naar deze keurmerken, kunnen consumenten met vertrouwen investeren in producten die daadwerkelijk bijdragen aan een duurzamere toekomst.

Alternatieven

Een alternatieve manier om duurzamer te werken zijn akoestische materialen uit vezels en schimmels. Merken als Vank en Mogu zijn hier mooie voorbeelden van. Met biobased materialen kan je goede akoestische panelen maken, en plantenvezels groeien snel én hebben een hogere opname van CO2 dan bomen. Zonder chemische lijmen of toevoegingen van plastics zijn deze merken in staat om akoestische panelen te maken die na gebruik in de groene container kunnen. Dát is pas duurzaam!

Stiltemaker selecteert op bovenstaande keurmerken zijn leveranciers, met als streven het uitsluiten van “virgin materials” in de producten die het aanbiedt. We zijn dan ook bevlogen om de overgang te maken naar biobased materialen: hoe minder plastic, minder virgin materials, des te beter het is voor mens en milieu. Download de duurzaamheid brochures op onze website via de downloads.