De basis van geluid
Voordat we de normeringen ingaan wil ik eerst de basis toelichten. Bij de wetgeving of normeringen van geluid meten we waarden, en voordat we waarden gaan meten willen we eerst behandelen wát en hoe we meten. Denk daarbij aan de waarde: in dB of seconden, en in welke octaafbanden.
Nagalmtijd: de tijd in seconden die nodig is om 60dB aan geluid te reduceren na het uitschakelen van een ruisbron. De nagalmtijd is afhankelijk per gebruiksfunctie en inhoud. Conform de NEN5077 moet dit gemeten worden na uitschakelen ruisbron. In de praktijk kan het zinvol zijn om de nagalmtijd van impactgeluid te meten. De meetapparatuur waar Stiltemaker gebruik van maakt kan beide situaties meten en in kaart brengen.
Installatiegeluid: Het geluid wat geproduceerd wordt door installaties. Waaronder ventilatie, pompen en machines.
Luchtgeluid isolatie: Het overdragen van geluid via de lucht. Geluid is immers niets meer dan het bewegen van lucht, en kan overdraagbaar zijn tussen ruimten. Een verhoogd risico hierop ontstaat als tussenwanden niet voldoende afgewerkt zijn boven systeemplafonds, isolatie incorrect is geplaatst of bij een openstaande deur. Een meting van luchtgeluid isolatie bepaald de isolatiewaarde van tussenwanden en constructies. Als alternatief kan je met de dB meter “snuffelen”, waar de waarde het hoogste is zit de meeste luchtlekkage. Deze meting kan je doen met de Stiltemaker meter, het meten van luchtgeluid isolatie kan niet met deze meter. De reden is dat de dB terugval een combinatie is van nagalmtijd inhoud van een ruimte.
Contactgeluid isolatie: In tegenstelling tot luchtgeluid isolatie wordt geluid nu via een vast materiaal overgedragen. Denk aan loopgeluiden op een trap, of het kloppen op een deur. Contactgeluid wordt met een hamermachine gereproduceerd conform NEN5077.
Spraakverstaanbaarheid: De oorsprong van deze meting zit in de omroep installaties. Bij het overbrengen van een boodschap via een dergelijk systeem is het van belang dat iedereen in het gebouw dit goed kan horen. Hier is de STIPA methodiek voor ontworpen, wat staat voor “Speach Translation Index for Public Adressing”. Tijdens de meting wordt een gestandaardiseerd audiobestand afgespeeld, specifiek om het frequentiebereik van spraak na te bootsen. In de meting komt een waarde van 0 tot 1, waarin 1 de beste spraakverstaanbaarheid biedt.
Wetgeving
Oké, genoeg theorie. Om de teksten te beperken laat ik sommige randvoorwaarden achterwegen. In de normering linken we naar de bronvermelding, zodat de details snel te achterhalen zijn. Laten we beginnen met de wetgeving in het bouwbesluit.
Het bouwbesluit biedt enkel handvatten voor geluidswaarden voor het beschermen tegen verkeer- en industrielawaai. De overige wetgeving in het bouwbesluit is niet concreet of meetbaar. Hier besteden we om deze reden ook geen verdere aandacht aan.
Arbeidsomstandigheden wetgeving
In de ARBO wetgeving staan eisen omtrent geluidsniveaus. Houdt er rekening mee dat deze op basis van dagelijkse blootstelling zijn, en geen piekbelasting betreft. Dit dient ook in de RI&E opgenomen te zijn.
- Bij een dagelijkse blootstelling vanaf 80dB moet de werkgever gehoorbescherming aanbieden
- Bij dagelijkse blootstelling van >85dB zijn de werknemers verplicht gehoorbescherming te dragen én is de werkgever verplicht om maatregelen uit te voeren om gehoorschade te beperken.
- Als de grenswaarde van 87dB overschreden wordt in het oor (dus na correctie van gehoorbescherming) dient het geluid direct onder de 87dB gebracht te worden.
De term “dagelijkse blootstelling” is op basis van een werkdag die 8 uur duurt. Iedere 3dB is een verdubbeling van geluidswaarneming. Een medewerker mag daarom maar 4 uur werken in een omgeving van 83dB. De andere uren moet in een omgeving zijn met een fors lager geluidsniveau.
Vanuit het goed werkgeverschap, een kapstokartikel in de wetgeving, moet een werkgever zorgen dat zijn medewerkers beschermd zijn tegen een te hoge geluidsbelasting. Hiermee wordt gehoorschade en tinnitus voorkomen. Maatregelen kunnen zijn:
- Het anders inrichten van een productie proces
- Het isoleren van machines, zoals een compressor of motor
- Het kiezen voor stillere machines en apparaten
- Minder lang blootstellen in een omgeving met een hoog geluidsniveau
- Het aanbieden van adequate gehoorbescherming en toezien op het gebruik hiervan
Normeringen
In tegenstelling tot de wetgeving is een normering niet verplicht, tenzij de wet naar (een deel van) de normering verwijst. We gebruiken normeringen elke dag, ze komen met grote regelmaat terug in certificeringen en bestekteksten. We behandelen de belangrijkste normeringen omtrent geluid in dit blog.
BREEAM:
In de BREEAM zijn punten te behalen met een goede akoestische omgeving. Per onderwerp is één punt te verdienen, waarbij de meting door een specialist worden bepaald.
- Interne geluidsisolatie, indien alle verblijfsruimten voldoen aan de aansturingstabel HEA05.1. Deze waarde betreft zowel luchtgeluid als contactgeluid isolatie.
- Ruimteakoestiek op de T30 meetmethode in het frequentiebereik van 125 t/m 2.000Hz met een maximale onderlinge afwijking van 30%. De beoordeling is per verblijfsgebied verschillend en is vastgelegd in aansturingstabel HEA05.2.
- Gevelgeluidwering van het gebouw, hiervoor is een berekening nodig conform NEN normering 12354. Beoordeling volgens tabel HEA05.4
- Installatiegeluid niveau op basis van berekening en gemeten waarde. Beoordeling volgens aansturingstabel HEA05.5. Let op! De eisen van installatiegeluid bij de BREEAM zijn gelijk aan het FSB klasse A beleid.
NOC*NSF
Bij sporthallen zijn ook eisen omtrent geluid, met name de nagalmtijden zijn hierin belangrijk. Een lage nagalmtijd is van belang om elkaar goed te verstaan. Een aanvullende eis hierin is de ARBO wetgeving, die bepaald dat je niet voor langere periode in een omgeving mag zijn met een te hoge geluidsbelasting. Met name voor sportdocenten een belangrijk onderwerp.
Aansturingstabel is gelijk aan de BREEAM voor ruimteakoestiek, zie tabel HEA05.3. In tegenstelling tot de BREEAM eisen wordt deze gemeten volgens de T20 meetmethode. Ook hierin is een maximale afwijking van de onderlinge frequenties van 30% van toepassing.
Frisse Scholen Beleid
Het Frisse Scholen Beleid, kortweg FSB, kent drie niveaus waarop een onderwijs locatie beoordeeld wordt. Een onderwijs locatie met FSB keurmerk richt zich op bouwkundige zaken van een onderwijs locatie in trede A tot en met C, waarin een A keurmerk de beste prestaties kent op het gebied van een gezond binnenklimaat en energieprestaties.
Geluidwering van de gevel:
FSB klasse A: 28dB
FSB klasse B: 33dB
FSB klasse C: 33dB
Installatiegeluid:
FSB klasse A: 30dB
FSB klasse B: 33dB
FSB klasse C: 35dB
Nagalmtijd ingericht lokaal, in seconden:
FSB klasse A: 0,4 s
FSB klasse B: 0,6 s
FSB klasse C: 0,8 s
Luchtgeluid bij onderlinge lokalen, kantoor, sanitair of technische ruimte:
FSB klasse A: 43dB
FSB klasse B: 39dB
FSB klasse C: 39dB
Luchtgeluid isolatie tussen lokaal en verkeersruimte en berging:
FSB klasse A: 31dB
FSB klasse B: 25dB
FSB klasse C: 25dB
Luchtgeluid isolatie tussen lokaal en leerplein:
FSB klasse A: 34dB
FSB klasse B: 31dB
FSB klasse C: 31dB
Luchtgeluid isolatie bij scheidingswand in een lokaal:
FSB klasse A: 38dB
FSB klasse B: 34dB
FSB klasse C: 34dB
Contactgeluid isolatie tussen lokaal en kantoor, leerplein, sanitaire- of technische ruimte:
FSB klasse A: 54dB
FSB klasse B: 59dB
FSB klasse C: 59dB
Contactgeluid isolatie tussen lokaal en kantoor, leerplein, sanitaire- of technische ruimte:
FSB klasse A: 54dB
FSB klasse B: 59dB
FSB klasse C: 59dB
Een kwalitatieve meting
Heb je naar aanleiding van dit artikel behoefte aan een kwalitatieve geluidsmeting? We komen vrijblijvend langs voor een meting met onze A-klasse meetapparatuur en ruisbron. Je kan eenvoudig online een afspraak plannen.